Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet studiefinanciering 2000

 

Artikel 5.6 Prestatiebeurs meer dan 4 jaren
1
De prestatiebeurs wordt gedurende meer dan 4 jaren verstrekt voor het geheel van een bacheloropleiding als bedoeld in artikel 7.4a, eerste lid van de WHW en een masteropleiding als bedoeld in artikel 7.4a, derde, vierde, vijfde of zesde lid, van de WHW. De duur van de prestatiebeurs van 48 maanden wordt met een maand verlengd voor elke 5 studiepunten die de studielast van de masteropleiding boven de 60 studiepunten telt. Indien het aantal studiepunten boven de 60 geen veelvoud van 5 betreft, wordt de prestatiebeurs voor het geheel van studiepunten dat overblijft na toepassing van de vorige volzin, met een maand verlengd.
2
De prestatiebeurs wordt gedurende 6,5 jaren verstrekt indien het betreft:
a
het geheel van een bacheloropleiding en een masteropleiding in de godgeleerdheid aan een openbare of bijzondere universiteit dat, blijkens het onderwijs- en examenprogramma, wordt gevolgd in combinatie met het onderwijs in het kader van een opleiding vanwege een kerkgenootschap tot leraar of ambtsdrager van dat kerkgenootschap, en
b
een opleiding met een studielast van 360 studiepunten gericht op een godsdienstig of levensbeschouwelijk ambt aan een bijzondere instelling voor wetenschappelijk onderwijs of het geheel van een bacheloropleiding en een masteropleiding godgeleerdheid binnen het wetenschappelijk onderwijs aan een aangewezen instelling als bedoeld in artikel 6.9 van de WHW.
3
De prestatiebeurs wordt gedurende 7 jaar verstrekt voor het geheel van een bacheloropleiding als bedoeld in artikel 7.4a, eerste lid, eerste volzin, van de WHW en een masteropleiding als bedoeld in artikel 7.4a, zevende lid, van de WHW.
4
De duur van de prestatiebeurs wordt ten hoogste met 1 jaar verlengd indien het een bacheloropleiding als bedoeld in artikel 7.4a, eerste lid, tweede volzin, van de WHW betreft. Het eerste lid, tweede en derde volzin, is van overeenkomstige toepassing.
5
De duur van de prestatiebeurs wordt op aanvraag met 1 jaar verlengd indien het betreft:
a
een student die met goed gevolg het afsluitende examen van een bacheloropleiding heeft behaald, voorzover bij ministeriële regeling aangewezen, of een daarmee gelijk gesteld diploma, en
b
deze student is ingeschreven voor de hbo-lerarenopleiding, voor een daarbinnen te volgen eenjarig programma, waarvan in bedoelde ministeriële regeling is aangegeven dat die opleiding verwant is aan de onder a bedoelde opleiding.
6
De duur van de prestatiebeurs wordt op aanvraag met 1 jaar verlengd indien het een masteropleiding als bedoeld in artikel 7.30c van de WHW betreft. De eerste volzin is niet van toepassing indien eerder op grond van het zevende lid van dit artikel prestatiebeurs is toegekend.
7
De duur van de prestatiebeurs wordt op aanvraag met 1 jaar verlengd indien met goed gevolg het afsluitende examen van een masteropleiding als bedoeld in artikel 7.4a, met uitzondering van het derde lid, van de WHW is behaald en daarna een masteropleiding als bedoeld in artikel 7.4a, derde lid, van de WHW wordt gevolgd. De eerste volzin is niet van toepassing indien eerder op grond van het vijfde of zesde lid van dit artikel prestatiebeurs is toegekend. De eerste volzin is eveneens niet van toepassing indien eerder op grond van het negende lid van dit artikel prestatiebeurs is toegekend, voor zover dat betrekking had op een opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in algemene vakken.
8
De duur van de prestatiebeurs wordt op aanvraag met 1 jaar verlengd indien reeds eerder prestatiebeurs is toegekend op grond van het vijfde lid en een masteropleiding als bedoeld in artikel 7.4a, derde lid, van de WHW wordt gevolgd.
9
De duur van de prestatiebeurs wordt met 1 jaar verlengd indien het een masteropleiding als bedoeld in artikel 7.4b, tweede lid, van de WHW betreft.
10
De IB-Groep verlengt op aanvraag van de student de duur van de prestatiebeurs eenmalig met 1 jaar indien de student blijkens gedagtekende verklaringen van een arts en van het bestuur van de onderwijsinstelling waar hij is ingeschreven, als gevolg van een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis niet in staat is het afsluitend examen met goed gevolg af te ronden binnen dat aantal jaren prestatiebeurs.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN BA3126, Eerste aanleg - meervoudig, BC 06/2591-FRC
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    05-04-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Rotterdam
    DNB heeft PGGM een drietal boeten opgelegd ter hoogte van elk € 435.625,- wegens overtreding van de artikelen 5, 6 lid 4 en 7 lid 1 Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 in verband met de wijze waarop de levensloopsregeling van Careaon is aangeboden.
  • LJN BC4894, Eerste aanleg - meervoudig, BC 07/148-PEE
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    15-02-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Rotterdam
    Wet Bpf 2000. Boetes aan pensioenfonds wegens het toestaan van gebruik van naam en logo door levensloopPlus en wegens het zelf maken van reclame voor LevensloopPlus.
  • LJN BG1714, Hoger beroep kort geding, 200.003.353
    Rechtsoort
    Handelszaak
    Datum uitspraak
    15-07-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep kort geding
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Anders dan het Pensioenfonds c.s. aanvoeren, is het hof van oordeel dat de Verzekeraars voldoende voortvarend te werk zijn gegaan bij het instellen van hun vorderingen in eerste aanleg. Niet voldoende gemotiveerd bestreden is dat pas tijdens een bespreking op 15 oktober 2007 aan hen duidelijk is geworden...
  • LJN BC4892, Eerste aanleg - meervoudig, BC 07/149-PEE
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    15-02-2008
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Rotterdam
    Wet Bpf 2000. Boetes aan pensioenfonds wegens het toestaan van gebruik van naam en logo door levensloopPlus en wegens het zelf maken van reclame voor LevensloopPlus.
  • LJN AZ4248, Hoger beroep, AWB 05/146 en 05/149
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    21-11-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    College van Beroep voor het bedrijfsleven
    Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds
  • LJN AS4574, Eerste aanleg - meervoudig, 04/1298
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    10-01-2005
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Rotterdam
    Vrijstelling onder voorwaarden van verplichte deelneming aan de Stichting Vroegpensioen Brandstoffenbedrijf. Omvang heroverweging en omvang geding.
  • LJN BA3134, Eerste aanleg - meervoudig, BC 06/3065-FRC
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    05-04-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Rotterdam
    DNB heeft ABP een drietal boeten opgelegd ter hoogte van elk € 435.625,- wegens overtreding van de artikelen 5, 6 lid 4 en 7 lid 1 Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 in verband met de wijze waarop de levensloopsregeling van Loyalis is aangeboden.
  • LJN BH0215, Eerste aanleg - meervoudig, 08/2608
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    15-01-2009
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank Rotterdam
    Artikel 5 Wet verplichte deelneming aan een bedrijfstakpensioenfonds 2000. Handhavingsverzoek aan DNB in verband met naamoverdracht van PGGM naar uitvoeringsorganisatie en voormalige dochterondernemingen die derde pijlerproducten aanbieden. Grammaticale wetsuitleg brengt met zich dat bij opvolgend naamsgebruik geen sprake is van een overtreding.
  •